“Weet je wie ik gisteren zag?”, Chris kijkt me over de rand van z’n biertje vragend aan. “Daniel.”
“Waar zag je die dan?”
“Oh, hij trapte een paar meeuwen weg, bij die hotdogtent bij het Van Gogh. Hij zag er zo sneu uit dat ik hem maar op een kop koffie heb getrakteerd bij die tent op de hoek daar. Maar je weet het verhaal toch nog wel?”. Chris kijkt me blanco aan. Hij is het helemaal vergeten. Ik vertel hem het verhaal van Emma en Daniel.
We leerden elkaar allemaal kennen tijdens onze studie. Ik weet niet eens meer precies hoe we dat clubje bij elkaar hebben gedronken. Mooie Nathalie, zorgzame Chris, studiehoofd Daniel, bemoeizuchtige Fien, wellustige Emma en ik. Ik kan me niet precies herinneren hoe ik daarin paste, maar zo gaat dat vaak bij vriendengroepen, er is een soort evenwicht dat niemand begrijpt, maar dat snel verstoord kan worden als je je niet aan je rol in de groep houdt.
We gingen vaak naar de kroeg en dronken tot laat in de nacht. We waren jong en geloofden dat we de hele wereld konden veranderen. Uren discussiëren bracht weliswaar de wereldvrede niet dichterbij, maar het was wel gezellig. Maar op een gegeven moment werd het duidelijk dat er iets bloeide tussen Emma en Daniel. In hun onbezonnenheid besloten ze snel te gaan samenwonen. “We kunnen echt niet zonder elkaar”, je kent de teksten wel. Natuurlijk had niemand een cent te makken, maar ze vonden een zolderkamertje dat groot genoeg was voor een tweepersoonsbed, een bureau en die paar spulletjes die ze van huis hadden meegenomen toen ze gingen studeren. Ik weet nog goed dat Emma kort daarop stralend van verliefdheid vertelde dat Daniel ter viering een appeltaart had gebakken van een paar rotte appels die hij bij het afval van een groenteboer gevonden had. Daniel vertelde al net zo stralend dat Emma de hele taart tot de laatste kruimel had opgegeten, terwijl die toch echt niet te vreten was. Alles dat de ander deed was mooi. Ze waren verliefd.
Daniel en Emma waren gelukkig en dat was nou net het probleem. Gelukkig zijn paste niet zo bij ons discussiërende groepje. Wij waren ongelukkige jongeren die zich opwonden over het naar de klote gaan van de wereld en er was eigenlijk geen ruimte voor een gelukkig stel in ons midden. De verhoudingen verschoven, er was voor altijd iets veranderd binnen de groep. Zo werd het wankele evenwicht van ons groepje verstoord en langzamerhand zagen we elkaar steeds minder tot er eigenlijk geen groepje meer over was. Chris en ik waren kamergenoten en bleven een beetje aan elkaar hangen.
Nu al die jaren later kwam ik zomaar ineens Daniel tegen. Tijdens de koffie vertelde hij mij hoe het verder was gegaan met Emma. In de begintijd hadden ze genoeg aan elkaar, ze misten ons hele vriendengroepje helemaal niet. Ze studeerden, aten en vreeën, dat was hun wereldje en het was genoeg. Maar zoals dat gaat met alle verliefdheden, op een gegeven moment was er weer ruimte om de rest van de wereld toe te laten. Ze gingen weer uit en hingen met andere studenten in de kroeg. Na twee jaar kwam er op de verdieping onder hun zolderkamertje een nieuw meisje wonen, Dieneke. Prachtvrouw, net klaar met studeren en begonnen aan haar eerste baan als intercedente bij een uitzendbureau. In de ogen van Emma en Daniel een vrouw van de wereld. Iets dat Emma wilde worden en dat Daniel wilde hebben. Er barstte een vreemd soort concurrentiestrijd uit om de aandacht van Dieneke. Toch ging het eigenlijk nog best goed tussen Emma en Daniel. Tot hij die bewuste brief vond in de zak van haar leren jack. Hij kon zich niet inhouden en las de brief. Het was een korte brief van Dieneke aan Emma
“Lieve Emma,
Kom morgen om 8 uur naar het Centraal Station, alles is geregeld. We zullen voor altijd samen gelukkig zijn. Daniel komt er wel overheen. Hij vindt vast snel een nieuwe liefde.
Tot morgen, kus, Dieneke”
En met die paar woorden was Daniel’s wereld in een klap veranderd. Hij had de brief te laat gevonden, het was inmiddels al 8 uur van die bewuste volgende dag en hij heeft Emma nooit terug gezien.
“Hmm, als ik je niet beter kende zou ik zeggen dat je dat hele verhaal bij elkaar gefantaseerd hebt,” Chris neemt nog een slok van z’n bier. “Heeft ‘ie een nieuwe liefde gevonden, Daniel?”
Ik haal mijn schouders op alsof ik het niet weet, terwijl ik mijn glimlach verberg achter m’n glas rode wijn.